Passie voor klassiek

Volledige versie: NOB met 2e Mahler
U bekijkt momenteel een uitgeklede versie van ons materiaal. De volledige versie met bijbehorende opmaak weergeven.
Traditiegetrouw ga ik naar alle uitvoeringen van mijn lievelingswerk die enigszins in de buurt worden gespeeld. Dit betekende dus dat ik deze fantastische symfonie twee dagen na elkaar mocht beleven. De eerste avond was deSingel the place to be. Sowieso een zeer bizarre keuze qua zaal als je weet dat je 3 km verder de vernieuwde Elisabethzaal hebt liggen die vele malen geschikter is om deze monsterproductie te brengen. Ik had een beetje schrik voor mijn trommelvliezen en dus veiligheidshalve maar een plek op de voorlaatste rij gekozen, maar dit bleek geen goede keuze te zijn. Het geluid vanop het podium kwam echt heel moeilijk door.

Bijna geen enkel orkest kan dit werk zonder vervangers brengen, maar gezien de geringe getalsterkte waarop het NOB tegenwoordig moet etaleren was het aantal ongekende gezichten deze keer echt wel gigantisch en dat draagt meestal wel niet bij tot de kwaliteit van de uitvoering.

De openingsmaten vond ik nogal tam en te weinig intens gespeeld, maar die ervaring zal ook wel (groten)deels met mijn plek in de zaal te maken hebben gehad. De strijkers die voor dit werk eigenlijk onderbezet waren kwamen ook niet zo goed door. Er was één sectie die wel alle aandacht naar zich toetrok, en dat waren de zware kopers. Ik zat bij momenten te denken 'ze zijn de rest van het orkest gewoon aan het overspelen'. Wat een klankrijkdom, precisie en perfect gedoseerde kracht! Ik heb van elke noot die uit deze sectie kwam diep genoten. De pijnlijke tegenpool van deze sectie, die Abbado zo in zijn Lucerne Festival Orchestra zou hebben laten spelen, was de 1e hoorn die toch wel een moeilijke avond heeft beleefd. Ik vond dat de hoorns en de trompetten de uitstekende inzetten van de trombones onvoldoende overnamen, maar ik denk dat de lage tonen van de trombonesectie wel vlotter tot het einde van de zaal zijn geraakt.

Het tweede deel was heel hoekig gedirigeerd en gespeeld. Ik had het eigenlijk nog nooit zo slecht gehoord. Ook in het 3e deel ontbrak wat passie en intensiteit en ik ben dan eigenlijk wel een beetje afgehaakt. Het enigste hoogtepunt dat dan nog is gevolgd was de solo van de trombonepupiter in het 5e deel die met enorm warme klanken was gebracht. Ik heb het al een paar keer meer op power gehoord, ook al eens puur op power met een volledige dubbele forte, maar dit nu gaf echt een Mahler-gevoel, iets wat ik in de rest van de uitvoering had gemist. Ik kon de staande ovatie dan ook totaal niet plaatsen, maar het was wel geen 'het dak gaat eraf' ovatie. Dus met een niet zo tevreden gevoel naar huis getrokken. Een muzikant heeft me ooit eens gezegd : 'Mahler : het is erop of ernaast, veel tussenweg is er niet'. En dit klopt wel, dit was mijn 16e live uitvoering van dit werk en als ik mijn beoordelingen bekijk is het ofwel heel goed of heel slecht, maar een 2-tal uitvoeringen met een middelmatige score, deze zat dus jammer genoeg wel bij de slechte uitvoeringen.

Op naar dag 2 en een tweede uitvoering, deze keer in Bozar. Het verschil in akoestiek was al na 1 maat duidelijk, en in de goede zin! Het kwam van bij de start intenser over en eindelijk kwam er een beetje Mahler-gevoel bij mij. De pauken mochten er hier wel iets meer doorkomen. En betreffende het slagwerk : het NOB moet heel dringend eens investeren in een deftige gong. Deel twee was stukken beter gespeeld en ik begon er echt zin in te krijgen. Deel drie bevestigde de betere indrukken : het was intenser en met meer gevoel en dan vergeef je met veel plezier een paar kleine accidentjes of intonatieproblemen. Het tempo klopte ook volledig : ik vond het in deSingel soms iets te traag, maar ik denk eigenlijk dat de uitvoering in Bozar nog trager was maar omdat het solowerk meer kon boeien voelde dit zo niet aan. Mijn persoonlijk referentie in dit werk is Abbado in Lucerne met toch een op het randje van een beetje gehaast 5e deel als enigste miniskuul puntje, dan gaf het tempo hier in het 5e deel meer ademruimte, maar daarover straks meer.

Michelle DeYoung kon in Bozar beter overtuigen en het was met veel gevoel gezongen. Deze trage versie was uitstekend begeleid door de 3 trompetten. Ook bij de rest van het orkest is deze passage met veel gevoel en inleving gespeeld. Deze uitvoering van Urlicht zit bij mijn beste ooit.

Bij de dramatische en bombastische start van het 5e deel ontplofte het orkest voor een eerste keer met de trombones die nog een tandje hebben bijgestoken, en deze keer werd die input wel goed overgenomen door de andere kopers en dit leidde tot vuurwerk. Vanaf dan zat ik volledig in het werk en was het een emotionele rollercoaster. Ondanks zware pijnstillers had ik toch veel kniepijn en in dit 5e deel is de muziek over die pijn gegaan, wat toch wel heel veel wil zeggen! Ondanks de vele vervangers, wat je toch nog hier en daar kon horen, werd dit deel (misschien wel de beste symfonische noten ooit geschreven) een ode aan Mahler, met een NOB dat zich van zijn beste kant liet zien met intens slagwerk, fantastische harpen en boeiend werk bij de houtblazers met als hoogtepunt de interactie van de 1e fluit en de piccolo met de coulissen-muzikanten. De inzet van het dubbele koor (Octopus Koor en Brussels Chamber Choir) deed direct het beste vermoeden en tijdens het slotkwartier heeft Hugh Wolff de spanningsboog volledig kunnen aanhouden. Hij dirigeerde duidelijk met meer gevoel en dat hoorde je ook. Sofia Fomina was me in deSingel al opgevallen en ze bevestigde met een zeer krachtige en volle stem die totaal niet geforceerd overkwam. De slotmaten van dit werk zijn waanzinnig als het goed gespeeld en gezongen is en het klopte. De kopers hadden er duidelijk zin en hebben er nog een schepje bovenop gedaan. Ook de overnames van de verschillende kopersecties waren beter dan in deSingel. Het dubbele koor, dat super zijn best heeft gedaan, had net voldoende kracht om erover te komen en dan bereik je het Walhalla. Als het koor stopt heb je even een moeilijke passage waarbij ik al vaak heb gemerkt dat je de spanningsboog verliest, maar dat was hier totaal niet het geval. Een ultieme inspanning van de kopers leidde tot een denderende ovatie van een overduidelijk dankbaar en super enthousiast publiek. Ik had me geen beter concert kunnen indenken voor mijn 100e NOB-concert!!!
Koppelingen